Hulpwerkwoorden
Een ander voorbeeld van ingewikkeld taalgebruik is een zin vol met hulpwerkwoorden. Zinnen gevuld met ‘worden’, ‘kunnen’, ‘zullen’, ‘moeten’, gevolgd door een voltooid deelwoord. Een voorbeeld:
Je leidinggevende zal door jou geïnformeerd worden
Jij informeert de leidinggevende.
Normaal zou ik zoiets nooit hebben gedaan.
Normaal doe ik zoiets niet.
Actieve en passieve vorm
Wat valt je op? De eerste zinnen zijn passief geschreven en de tweede zin in actieve vorm (geen hulpwerkwoorden). Passief taalgebruik klinkt afstandelijker. Actief taalgebruik leest vlotter en kost minder concentratie. Wil je je tekst controleren op passief taalgebruik? Doorzoek je tekst op worden, kunnen, zullen, moeten, hebben. Je hoeft overigens niet altijd alle zinnen actief te maken.
Tangconstructie
Soms zijn er ook zinnen die wel kloppen en alleen niet lekker lezen. Dat kan komen door dat zinsdelen die bij elkaar horen niet altijd bij elkaar staan. Dit heet een ‘tangconstructie’. Het is niet fout, alleen leest het onnodig moeilijk. Kijk maar:
Je ziet meteen, aan de manier waarop ze je een hand geeft, nadat ze eerst voetje voor voetje de kamer is binnengekomen, stotterend gedag zegt en zonder oogcontact te maken, dat ze zenuwachtig is.
Wat staat hier nou eigenlijk? De hoofdzin is vetgedrukt en vormt de ‘tang’. De rest van de zin staat in de tang en zorgt ervoor dat de lezer niet meer weet waar het om gaat.
Leuk he taal!
0 reacties